Het ras is ontstaan in de U.S.S.R. in de jaren veertig van de 20e eeuw. Het doel van de landelijke fokkerij was het ontwikkelen van de ultieme werkhond; geschikt voor het leger, grensbewaking, de politie, militaire doeleinden en landbouw. Ook moesten ze kunnen overleven in de verschillende klimaten die het land kent. In de periode 1924-1936 werden er verschillende typen en kwaliteiten Duitse Herders uit Duitsland geïmporteerd.
De opdracht was om hieruit een nieuw soort Herdershond te creëren, die beter geschikt zou zijn voor de Sovjet-Unie met zijn extreme klimaten en specifieke eisen van de belanghebbende overheidsinstellingen.

Hiervoor werd er gekruist met lokale honden van onbekende afkomst maar wel met het gewenste fenotype.
Met als resultaat de “Oost-Europese Herder”.